Der Höhepunkt aber ist das eigentliche Hauptrennen, das zum heimlichen Ruhm der Khampa-Krieger und zur Ehre des Klosters Ganden Tubchen Chokhorling geritten wird. Am Morgen versammeln sich über einhundert Reiter vor den Mauern der Abtei. Die langen Haare sind mit roter Wolle um den Kopf geflochten. Manche von ihnen provozieren die chinesischen Autoritäten, indem sie trotz Verbots gut sichtbar das Bild des XIV. Dalai Lama bei sich tragen und mit ihren nervösen Pferden hautnah an den Ordnungshütern vorbeitänzeln. Den Lama Tense Taji, der in ihrer Mitte reitet, umkreisen sie wie ein Bienenschwarm seine Königin, so als gelte es, ihn vor Anfeindungen zu beschützen.
Erst auf sein Signal hin beginnt das Rennen. Drei Kilometer weit fordern sie von ihren Pferden höchste Leistung. Es kommt zu Massenstürzen. Die, die sich Sattel an Sattel in die vordere Reihe geschoben haben, werden vom Publikum, das die gesamte Rennstrecke säumt, frenetisch angefeuert. Der strahlende Sieger wird vom Lama höchstpersönlich beglückwünscht und erhält als Preis eines der begehrten chromblitzenden Motorräder, eine Art Harley Davidson chinesischer Bauart, die in jüngster Zeit den Nomaden das Pferd ersetzen.
Während des Festes haben die Mönche des Klosters Ganden Tubchen Chokhorling das Mandala aus Sand fertiggestellt. Es ist bunt und wunderschön geworden. Seinen Sinn, die Gottheit Yamantanka einzuladen und das Reiterfest zum Erfolg zu führen, hat sich erfüllt, denn einen Toten hat es dieses Jahr nicht gegeben.
Lama Tense Taji ist zuversichtlich, dass Kham einer Renaissance der buddhistischen Kultur entgegenblickt. Bisher wurden etwa 60 Prozent der Klöster Osttibets, wenn auch unter den strengen Augen der Chinesen, wieder aufgebaut. Der Abt hat einen klaren Geist: "Eine politische Unabhängigkeit Khams oder gar ganz Tibets halte ich für unwahrscheinlich." Der Mönch fühlt sich weniger der Politik als vielmehr der Religion verpflichtet: "Ich bin dazu berufen, die Lehre des Buddha an die Jugend weiterzugeben, solange ich lebe. "Die Klöster Khams", freut sich der Mann, "erwachen zu neuem Leben."
| Hoogtepunt is echter de feitelijke centrale renwedstrijd, die voor de stille roem van de Khampa-krijgers en de eer van het Ganden Tubchen Chokhorling-klooster wordt gereden. 's Ochtends verzamelen zich meer dan honderd ruiters voor de muren van de abdij. Het lange haar is met rode wol om het hoofd gevlochten. Sommigen van hen provoceren de Chinese autoriteiten, door ondanks het verbod goed zichtbaar de afbeelding van de XIVe Dalai Lama bij zich te dragen en met hun nerveuze paarden heel dicht langs de wetshandhavers te trippelen. De lama Tense Taji, die in hun midden rijdt, draaft om hen heen als een zwerm bijen om zijn koningin, alsof hij hen tegen vijandigheden wil beschermen. Pas op zijn teken begint de race. Drie kilometer lang vergen ze van hun paarden de hoogst mogelijke prestatie. Het komt tot een massale valpartij. Zij, die zadel aan zadel tot de voorste gelederen zijn doorgedrongen, worden door het publiek, dat zich rondom de gehele renbaan heeft verzameld, hartstochtelijk aangemoedigd. De stralende winnaar wordt door de lama hoogstpersoonlijk gefeliciteerd en ontvangt als prijs een van de felbegeerde met blinkend chroom uitgeruste glimmende motorfietsen, een soort van Harley Davidson in Chinese bouwstijl, die de laatste tijd bij de nomaden de plaats van het paard aan het innemen is. Gedurende het feest hebben de monniken van het Ganden Tubchen Chokhorling-klooster het mandala in zand gereed gemaakt. Het is kleurrijk en bijzonder mooi geworden. De bedoeling ervan, de godheid Yamantanka uit te nodigen en het ruiterfeest tot een succes te maken, is geslaagd, want dit jaar is er geen dode gevallen. Lama Tense Taji is vol vertrouwen, dat Kham een renaissance van de boeddhistische cultuur tegemoet ziet. Tot op heden werd ongeveer 60 procent van de kloosters in Oost-Tibet, zij het onder het strenge toezicht van de Chinezen, weer opgebouwd. De abt is helder van geest: "Een politieke onafhankelijkheid van Kham of zelfs van geheel Tibet houd ik voor onwaarschijnlijk." De monnik voelt zich minder tot de politiek, maar veel meer tot het geloof geroepen: "Het is mijn taak om, zo lang ik leef, de leer van Boeddha aan de jeugd door te geven.” "De kloosters van Kham", zegt de man blij, "ontwaken tot nieuw leven."
|